Kronen & bruggen

Een kroon is een kapje van metaal en/of porselein dat precies over een afgeslepen tand of kies past. Het kapje zit op de tand of kies vastgelijmd. Door een kroon krijgt de tand of kies de oorspronkelijke vorm en functie weer terug.

Wanneer kan een kroon nodig zijn?

1. Als er onvoldoende houvast is voor een vulling. Door tandbederf kan een groot deel van de tand of kies verloren zijn gegaan.
2. Voor het verbeteren van het uiterlijk. Meestal gaat het daarbij om verkleurde en/of slecht gevormde tanden of kiezen die voor in de mond staan.

Kiezen voor kronen

Mochten slecht gevormde tanden al flink gerestaureerd zijn, kan de tandarts het maken van kronen adviseren. Hierbij wordt aan alle kanten van de tand ongeveer 2mm afgehaald en kan door de tandtechnicus een kroon gemaakt worden. Door aan de ene tand iets meer te slijpen en aan de andere tand iets minder kan er een verandering in stand gerealiseerd worden. Voor deze optie wordt vaak gekozen als er al kronen aanwezig zijn. Ook hier geldt weer dat het alleen mogelijk is als de tanden niet te scheef staan ten opzichte van elkaar. Natuurlijk kan er ook voor een samenspel van de verschillende opties gekozen worden. De tandarts kan een op maat gemaakt plan voorleggen.

Wat is een brug?

Met een brug kan een ontbrekende tand of kies vervangen worden. Een brug zit vast aan twee of meer pijlers. Dit zijn afgeslepen tanden of kiezen aan weerszijden van de open ruimte van de ontbrekende tand of kies. Een brug bestaat uit twee of meer kronen die op de pijlers passen en een brugtussendeel, ook wel 'dummy' genoemd.

Duurzame oplossing

Kronen en bruggen zijn bedoeld als duurzame vervanging voor tanden en kiezen. Ze benaderen de oorspronkelijke vorm en functie zoveel mogelijk. Een behandeling voor de plaatsing van een kroon of een brug is ingewikkelder dan de behandeling voor een gewone vulling. U zult dan ook enkele keren bij uw tandarts moeten terugkomen.

Behandeling voor een brug

Het kan zijn dat er eerst een voorbereidende behandeling nodig is. Bijvoorbeeld een vulling, wortelkanaalbehandeling of implantaatbehandeling. Om de tand te versterken kan er een pin of opbouw nodig zijn. De tandarts slijpt de tanden of kiezen waar de brug op komt om ruimte te maken.
Voor een brug op implantaten plaatst de tandarts een opbouw in het implantaat. Er wordt een afdruk gemaakt van het gebit. Dit kan met een afdruklepel (happen) of digitaal (scannen). Ook wordt vastgelegd hoe u dichtbijt en wordt de kleur van de brug bepaald. De tandarts laat de brug maken door een tandtechnicus. Om de omslepen tand of kies te beschermen wordt er een tijdelijke noodbrug geplaatst. Als de definitieve brug klaar is wordt de brug gepast en bekeken. Daarna zet de tandarts de brug vast.